Meldingen Besluit activiteiten leefomgeving
In het Besluit activiteiten leefomgeving (BAL) staan regels van het Rijk voor millieubelastende activiteiten. Valt jouw activiteit hieronder, dan moet je een melding doen.
Een gemeente kan in haar omgevingsplan ook activiteiten opnemen waarvoor een melding moet worden gedaan of een vergunning moet worden aangevraagd. Check dit dus ook altijd bij je eigen gemeente.
Moet ik een melding doen?
Wil je weten of je een Melding Besluit activiteiten leefomgeving of omgevingsplan moet doen? Of een omgevingsvergunning moet aanvragen? Doe de check op het Omgevingsloket.
Hoe doe ik een melding?
Een melding op grond van het ‘Besluit activiteiten leefomgeving’ of ‘omgevingsplan’ regel je door deze stappen te doorlopen:
- Doe de melding uiterlijk 4 weken voor het starten van de activiteit.
- Je dient de melding online in via het Omgevingsloket.
Wat gebeurt er na de melding?
- Nadat je melding is ontvangen, beoordelen we de melding. Als de melding onvolledig is, word je daarover geïnformeerd en krijg je de gelegenheid om de melding volledig te maken.
- Daarna ontvang je een bevestiging van volledigheid en zullen toezichthouders van de ODRU langskomen voor controle op naleving van de regels uit het Besluit activiteiten leefomgeving en het omgevingsplan.
Vervoer gevaarlijke stoffen
Ga je gevaarlijke stoffen vervoeren, dan moet je aan de veiligheidseisen van de Rijksoverheid voldoen. Een van die eisen is dat je aangewezen routes gebruikt over weg, spoor en water. Kijk voor meer informatie op de pagina Vervoer gevaarlijke stoffen.
Regels voor afval inzamelen
- Alleen een erkende inzamelaar mag het bedrijfsafval ophalen.
- Bij gevaarlijke afvalstoffen ben je verplicht de afgiftebewijzen 5 jaar te bewaren.
- Contracten voor al het andere afval moet je ook 5 jaar bewaren.
- De toezichthouders van de ODRU controleren hierop.
Meer informatie over afvalstromen en erkende afvalinzamelaars.
Voorkom geluidsoverlast
Heeft je omgeving mogelijk last van het geluid dat jouw bedrijfsactiviteiten produceert (denk aan koelinstallaties, ventilatie of muziek)? Dan kun je samen met een akoestisch bureau onderzoeken wat de mogelijkheden voor jouw bedrijf zijn om aan de wettelijke norm te voldoen. Het akoestische rapport voeg je bij de melding.
Feestje?
Hou je meerdere keren per jaar een feest in je bedrijf, dan kun je via jouw gemeente een tijdelijke verruiming van de geluidsnorm aanvragen.
Bodem schoon houden
Is er kans dat de bodem rond of onder je bedrijf vervuild raakt, bijvoorbeeld door het gebruik van vloeistoffen die kunnen morsen of lekken? Dan ben je verplicht om maatregelen te nemen en/of voorzieningen aan te schaffen die de kans op bodemverontreiniging verwaarloosbaar maken.
Denk bijvoorbeeld aan:
- Vloeistofdichte- en vloeistofkerende vloeren en verhardingen.
- Lekbakken en opvangbassins.
Koelinstallatie keuren
Koelinstallaties bevatten koudemiddelen die een schadelijk effect op het milieu kunnen hebben. Je bent daarom in de meeste gevallen verplicht om je koelinstallatie periodiek te laten controleren op lekdichtheid. Dat kan door een gecertificeerd bedrijf.
Hoe vaak controleren?
- Hoe vaak je een koelinstallatie moet laten controleren op lekdichtheid en waar je nog meer rekening mee moet houden, is afhankelijk van het type en de hoeveelheid koudemiddel dat wordt gebruikt.
- Koelinstallaties die gevuld zijn met gefluoreerde broeikasgassen met een hoeveelheid van 5 ton CO2 equivalent of meer moeten verplicht gekeurd worden op lekdichtheid. Raadpleeg je onderhoudspartij of dit van toepassing is voor jouw bedrijf.
Stookinstallatie keuren
Stookinstallaties die werken op gas en een vermogen hebben van 100 kW of meer moeten minimaal 1 keer per 4 jaar gekeurd worden op veilig functioneren, optimale verbranding en energiezuinigheid. Dit geldt ook voor de brandstoftoevoerleiding.
Je moet de keuring laten uitvoeren door een bedrijf dat gecertificeerd is volgens de richtlijnen van de Stichting Certificatie Inspectie en Onderhoud (SCIOS). Voor stookinstallaties die werken op vaste brandstoffen zoals hout geldt deze verplichting vanaf 20 kW vermogen.
Afvalwater lozen
Bij een melding voor het lozen van niet-huishoudelijk afvalwater moet je soms een melding doen of een vergunning aanvragen. De informatie die aangeleverd moet worden, is afhankelijk van het soort afvalwater. In het Omgevingsloket wordt je hierbij geholpen door de vragen die gesteld worden.
Vethoudend afvalwater
Vethoudend afvalwater ontstaat bij het bereiden van voedingsmiddelen en alle activiteiten die hierbij komen kijken. Dit gaat niet om het frituurvet wat apart wordt afgevoerd, maar om het afwassen van borden, bestek en bijvoorbeeld keukengerei.
Voor het lozen van vethoudend afvalwater moet je het water via een vetafscheider op het vuilwaterriool lozen. De vetafscheider moet voldoen aan het kwaliteitskeurmerk NEN- EN 1825-1 en -2. Schakel een fabrikant of ledigingsbedrijf in voor een goede capaciteitsberekening. Voor een goede werking van de vetafscheider moet je deze periodiek leegmaken, laten keuren en reinigen. Vervolgens moet je de vetafscheider weer vullen met koud water. Dit kan door de kraan een uur open te zetten.
Oliehoudend afvalwater
Oliehoudend afvalwater komt vaak vrij bij het tanken, wassen of demonteren van auto- en motorvoertuigen of het afspuiten van vaartuigen. Olie is een ongewenste stof in het riool. Daarom moet je deze afgevangen met een olie/benzine-afscheider (OBAS).
Het is belangrijk om de juiste capaciteit te berekenen van de slibvangput en olieafscheider. Schakel hiervoor een fabrikant of ledigingsbedrijf in. Andere essentiële onderdelen zijn: de juiste plaatsing, goede aansluiting en een goed werkende vlotter.
Je mag geen ander afvalwater, bijvoorbeeld van sanitair of regenwater, lozen op de OBAS. De OBAS een CE-markering hebben en voldoen aan kwaliteitskeurmerk NEN-EN 858. Voor een goede werking moet je de OBAS op tijd legen. Elke 5 jaar moet een erkend bedrijf de OBAS inspecteren.
Meer informatie
Meer informatie over het Besluit activiteiten leefomgeving en vergunningplicht vind je op de pagina van het Informatiepunt leefomgeving. Kun je het antwoord op je vraag niet vinden, neem dan contact op met de ODRU via telefoonnummer 088 – 022 50 00 (werkdagen van 8:30 tot 17:00 uur).